In Dutch:
Mijnheer de Eerste Minister,
U heeft mij en mijn familie, in naam van de Overheden van ons land, goede wensen geboden ter gelegenheid van het nieuwe jaar. Ik dank er U zeer hartelijk voor.
Dames en Heren,
De evolutie van onze samenleving vertoont heel wat contrasten. De economie globaliseert snel en de uitdrukking “de wereld is mijn dorp” wordt stilaan realiteit. Velen hebben gemeend dat die mondialisering een stimulans zou betekenen voor de vrede. Maar bijna dagelijks krijgen we de ontstellende vernielingen te zien die talrijke regionale conflicten aanrichten. Denken we maar aan het
Nabije-Oosten, aan het Midden-Oosten, aan Centraal-Afrika. Bovendien kan men ook vaststellen dat binnen stabiele gehelen, zoals de Europese Unie, nationalistische reflexen aan kracht winnen en dat in de nationale staten de spanningen tussen sociale groepen of tussen gewesten, toenemen.
Op dat gebied zou ik twee kwesties willen aansnijden en samen met U nagaan hoe die toestanden te beheersen. De eerste heeft betrekking op de spanningen tussen sommige allochtone groepen en de autochtone bevolking.
We hebben allen de beelden kunnen zien van de geweldplegingen die, in een buurland, door groepen jongeren werden begaan. De spanningen die daar explodeerden, zijn ook min of meer latent aanwezig in andere Europese landen. Bepaalde extremistische partijen slaan daar trouwens munt uit.
Wat moeten we in zulke situaties doen ? Ik meen dat het Europees Waarnemingscentrum voor Racisme en Vreemdelingenhaat hierover enkele zakelijke beschouwingen heeft geformuleerd. Het Centrum schrijft een groot deel van die spanningen toe aan het feit dat veel allochtone jongeren geen enkel toekomstperspectief meer zien in onze samenleving.
Welk beleid moeten de Europese landen dan voeren?
Ik meen dat een eerste prioriteit het opvoeren moet zijn van de vorming van jongeren van vreemde afkomst, voornamelijk in onze grote steden, en dat wij hun tewerkstelling moeten stimuleren. Onderwijs en een baan zijn meestal de sleutels voor een geslaagde integratie. Een factor van betekenis bestaat er ook in, de bouw of de renovatie aan te moedigen van woongelegenheid die daadwerkelijk een fatsoenlijk leven en makkelijke contacten met de ruime buitenwereld bevordert. Bovendien moeten we dank zij het onderwijs ertoe komen jongeren te overtuigen dat eerbied voor de basiswaarden van onze samenleving onontbeerlijk is als wij niet het risico willen lopen in een wanordelijke en onbillijke samenleving te belanden. Ik denk meer bepaald aan de waarden van verdraagzaamheid, van democratie, van respect voor de vrouw, en van veiligheid voor elkeen.
De veiligheid van de burgers vrijwaren is een fundamentele verplichting voor elke Staat. Als, niettegenstaande grote inzet, spanningen acuut worden, ook dan nog moet men in de eerste plaats een beroep doen op preventie.
Op dat vlak wil ik graag hulde brengen aan de straathoekwerkers die bij ons een opmerkelijke taak van nabijheid en van luisterbereidheid volbrengen bij jongeren in moeilijkheden. Het verheugt me dat hen een stabieler statuut werd beloofd, in het kader van de veiligheidscontracten van de steden.
Inspanningen om integratie te bevorderen en onenigheid te vermijden, zijn niet altijd bij machte een conflict te voorkomen. Dan is het de taak van de politiediensten om de orde te herstellen en te handhaven, en is het aan justitie om de begane fouten te beoordelen.
Zij die, van welke kant dan ook, die moeilijkheden trachten te benutten om racisme of integrisme te verspreiden, moeten wel beseffen dat ook zij blootstaan aan rechtsvervolging.
Men bouwt geen samenleving op misprijzen en haatgevoelens tegenover de andere.
De tweede kwestie die ik met U wou bespreken, betreft de spanningen tussen gewesten. Ze bestaan in talrijke Europese landen en ook wij ontsnappen er niet aan… zoals U wel weet. In vele gevallen worden ze nog geaccentueerd door de verspreiding van twee vaststellingen. Enerzijds het bestaan van een verschil in welstand en anderzijds een verschil in beleid. Die ongelijke toestand, die met zich
geldoverdrachten tussen gewesten meebrengt, doet zich voor in vele Europese landen. In die omstandigheden bestaat het antwoord niet in een in zichzelf keren van elk gewest, ook niet in het ontwikkelen van een subnationalisme, en evenmin in openlijk of omfloerst separatisme. Breuken en scheidingen vallen meestal duur uit voor alle betrokkenen of ze nu rijk of weinig welvarend zijn. Ook de menselijke kostprijs mag zeker niet vergeten worden; hem geringschatten zou een grove fout zijn. Op al die vlakken mag men geen illusies koesteren.
Een antwoord bieden op die verschillen in welvaart en beleid bestaat erin dat men op alle niveaus, zowel het Europese, het nationale of het gewestelijke, een ontwikkelingsstrategie uitwerkt die vruchten afwerpt voor ieder van die entiteiten.
Op alle niveaus is er weliswaar nog veel te doen. Conservatisme en veranderingsvrees dienen overwonnen te worden, en misbruiken weggewerkt.
In de Europese Unie en in ons land werden er al heel wat stappen gezet. De strategie van Lissabon moet versneld en intenser worden toegepast, met name in het onderwijs, het onderzoek en de innovatie. Het is ook belangrijk tewerkstelling voorrang te geven op loongroei, en een oplossing aan te dragen voor de gevolgen van de vergrijzing. Scheefgroei zoals fiscale en sociale fraude, of misbruik van gemeenschapsvoorzieningen dient bestreden te worden.
In ons land werden er reeds vrij grote inspanningen geleverd in elk gewest en ook op federaal niveau. Ik denk in het bijzonder aan de belangrijke verhoging van de begroting voor wetenschappelijk onderzoek in Vlaanderen, aan het uitbrengen van het Marshallplan in Wallonië, aan de internationale ontwikkeling van Brussel, en aan de inzet op federaal vlak om, onder meer door het generatiepact, de activiteitsgraad van de bevolking te doen toenemen.
Er valt zeker nog veel te doen, maar in vredesnaam, laat ons geen overhaaste besluiten trekken uitgaande van bepaalde economische verschillen. Laat ons de uitdagingen moedig tegemoet gaan, en onze troeven maximaal valoriseren. Ik denk bijvoorbeeld aan de internationale rol van Brussel en van gans ons land die in gevaar zouden komen door een anachronistisch en rampzalig separatisme.
Met de wil allen tezamen die uitdagingen aan te gaan en erop vertrouwend dat we daarin zullen slagen, wensen de Koningin en ikzelf, en gans onze familie, U allen een heel voorspoedig jaar.